Inloggen 
 

 Registreren
 Wachtwoord vergeten?


Terug naar het beginscherm

 
 
 
Neem contact op met de Agro-advieslijn:
(0548) 54 00 54 (G.J. Steunenberg)
ECLI:NL:RBMNE:2021:6742 
 
Datum uitspraak:29-07-2021
Datum gepubliceerd:23-06-2022
Instantie:Rechtbank Midden-Nederland
Zaaknummers:utr 21-281
Rechtsgebied:Belastingrecht
Indicatie:WOZ
Trefwoorden:ozb
perceel
taxatie
 
Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
Zittingsplaats Utrecht

Bestuursrecht

Registratienummer: UTR 21/281



uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen





[eiseres] ,

gevestigd te [plaats] , eiseres,gemachtigde: G. Gieben,

en


de heffingsambtenaar van de gemeente [gemeente] , verweerder.






1Procesverloop

In de beschikking van 30 april 2020 (het primaire besluit) heeft verweerder op grond van de Wet waardering onroerende zaken (Wet WOZ) de waarde van de onroerende zaak [adres] te [plaats] voor het belastingjaar 2020 vastgesteld op € 58.000,- naar de waardepeildatum 1 januari 2019. Verweerder heeft eiser als eigenaar van de onroerende zaak daarbij ook een aanslag onroerendezaakbelasting (OZB) niet-woning opgelegd, waarbij de waarde als heffingsgrondslag is gehanteerd.

In de uitspraak op bezwaar 17 december 2020 (de bestreden uitspraak) heeft verweerder het bezwaar van eiser gegrond verklaard, en de waarde van de onroerende zaak vermindert tot
€ 44.000,-. De aanslag OZB is dienovereenkomstig verlaagd.

Eiseres heeft tegen de bestreden uitspraak beroep ingesteld.

Verweerder heeft een verweerschrift ingediend.

De zaak is behandeld op de Skype-zitting van 2 juli 2021. Eiseres heeft zich laten vertegenwoordigen door A. van den Dool, kantoorgenoot van de gemachtigde.
Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door [A] en [B] .





2Overwegingen

1. Tussen partijen is in geschil of de beschikking van 30 april 2020 terecht aan eiseres is opgelegd.

2. Eiseres stelt zich op het standpunt dat de aanslag ten onrechte is opgelegd omdat eiseres op de toestandsdatum 1 januari 2020 geen eigenaar was van het object [adres] te [plaats] . Dit blijkt uit de eigendomsinformatie van het Kadaster.
Ter zitting is nog aangevoerd dat op het in de bezwaarfase toegezonden taxatieverslag het perceelnummer [pereelnummer] is genoemd en van dat perceel is eiseres geen eigenaar. Verweerder kan niet zomaar ineens een ander kadastraal perceel noemen.

3. Verweerder heeft aangevoerd dat de onroerende zaak is gelegen op het kadastrale perceel met nummer [kadastraal nummer] . Uit de akte van splitsing van 29 september 1987 is af te leiden dat dit perceel in vier appartementsrechten is gesplitst. Het in deze akte genoemde complexaanduiding [complexaanduiding] appartementsindex [nummer] is de in geding zijnde onroerende zaak, de bedrijfsruimte op de begane grond met magazijn in de souterrain alsmede een perceel grond, plaatselijk bekend als [adres] en [adres] te [plaats] . Volgens de Basisregistratie Adressen en Gebouwen (BAG) is de adresaanduiding thans [adres] te [plaats] .

4. Naar de rechtbank begrijpt heeft verweerder bij het primaire besluit een waarde bepaald voor het object [adres] in [plaats] . Bij dat object hoort het kadastrale nummer [kadastraal nummer] . Eiseres is eigenaar van dat perceel. Bij het primaire besluit is echter verwezen naar een taxatie waarbij verwezen is naar het perceelnummer [pereelnummer] , waarvan eiseres geen eigenaar is.

Op grond van artikel 7:11 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) vindt een volledige heroverweging plaats van het primaire besluit en kunnen eventuele gebreken, waaronder een motiveringsgebrek, in de beslissing op bezwaar worden hersteld.

De grief van eiseres dat het perceelsnummer in de bezwaarfase ten onrechte is gewijzigd kan dan ook niet slagen. Nu door eiseres bij haar beroepschrift een taxatieverslag in bezwaar is gevoegd waarop het juiste perceelsnummer wordt vermeld en (ook) voor eiseres steeds duidelijk is geweest op welk perceel de waardebepaling betrekking had, namelijk [adres] te [plaats] , is sprake van een motiveringsgebrek dat in bezwaar kon worden hersteld.

5. Nu tussen partijen niet in geschil is dat eiseres eigenaar is van het kadastrale perceel met nummer [kadastraal nummer] heeft verweerder op juiste gronden de door eiseres betwiste aanslag aan haar opgelegd.

6. Het beroep is ongegrond.

7. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.














3Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.


Deze uitspraak is gedaan door mr. H.J.H. van Meegen, rechter, in aanwezigheid van
Y. van Arnhem, griffier. De beslissing is uitgesproken op 29 juli 2021 en zal openbaar worden gemaakt door publicatie op rechtspraak.nl.


























Afschrift verzonden op:




Rechtsmiddel
Tegen deze uitspraak kan binnen zes weken na de dag van verzending daarvan hoger beroep worden ingesteld bij het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden.
Link naar deze uitspraak