Inloggen 
 

 Registreren
 Wachtwoord vergeten?


Terug naar het beginscherm

 
 
 
Neem contact op met de Agro-advieslijn:
(0548) 54 00 54 (G.J. Steunenberg)
ECLI:NL:RBROT:2022:6892 
 
Datum uitspraak:19-08-2022
Datum gepubliceerd:03-10-2022
Instantie:Rechtbank Rotterdam
Zaaknummers:ROT 21/6433
Rechtsgebied:Socialezekerheidsrecht
Indicatie:Er is voldoende rekening gehouden met de (netelroos)klachten van eiseres. Een urenbeperking kan niet worden vastgesteld omdat niet is voldaan aan de daarvoor geldende voorwaarden.
Trefwoorden:tuinbouw
uitkering
 
Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM

Bestuursrecht
zaaknummer: ROT 21/6433

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 19 augustus 2022 in de zaak tussen



[eiseres] , uit [plaats] , eiseres

en


de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen, verweerder
(gemachtigde: [naam gemachtigde] ).




Inleiding

In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van eiseres tegen de beëindiging van haar Ziektewet (ZW-)uitkering. Met het primaire besluit van 11 februari 2021 heeft verweerder deze uitkering vanaf 12 maart 2021 stopgezet.

Met het bestreden besluit van 19 november 2021, op het bezwaar van eiseres, is verweerder bij dat besluit gebleven. Eiseres heeft hiertegen beroep ingesteld.

Verweerder heeft op het beroep gereageerd met een verweerschrift.

De rechtbank heeft het beroep op 9 augustus 2022 op zitting uitgeroepen. Eiseres is niet verschenen. De gemachtigde van verweerder is met een bericht van verhindering niet verschenen.



Totstandkoming van het besluit


1.1.
Eiseres is werkzaam geweest als callcentermedewerkster en is in augustus 2019 voor dit werk uitgevallen vanwege duimletsel na een auto-ongeval. In januari 2020 had eiseres nog steeds last van klachten. Vanwege een eerstejaars ziektewetbeoordeling heeft een verzekeringsarts onderzoek verricht en vastgesteld dat eiseres werkzaamheden kan verrichten die voldoen aan de functionele mogelijkhedenlijst (FML) van 19 januari 2021, geldig vanaf 20 september 2020. In de FML zijn beperkingen opgenomen voor persoonlijk functioneren, sociaal functioneren, dynamische handelingen en statische houdingen.



1.2.
Een arbeidsdeskundige heeft vervolgens met deze FML toegelicht dat eiseres haar eigen arbeid niet meer kan verrichten en heeft de volgende passende functies geselecteerd: productiemedewerker industrie (samenstellen van producten) (SBC-code 111180), monteur printplaten (SBC-code 267051) en administratief ondersteunend medewerker (SBC-code 315100). Aanvullend zijn de functies medewerker tuinbouw (planten, bloemen en vruchten) (SBC-code 111010) en assemblagemedewerker elektrotechnische producten (SBC-code 267041) geduid. Met deze functies kan eiseres meer dan 65% verdienen van het loon dat zij verdiende voordat zij ziek werd, namelijk 83,02%. Verweerder heeft vervolgens het primaire besluit genomen.



1.3.
Vanwege het bezwaar van eiseres heeft een verzekeringsarts bezwaar en beroep opnieuw onderzoek verricht. De verzekeringsarts bezwaar en beroep heeft toegelicht dat een aanvullende beperking moet worden vastgesteld omdat eiseres niet beroepsmatig een voertuig kan besturen. De aangepaste FML is vastgesteld op 25 oktober 2021, geldig vanaf 20 september 2020. De arbeidsdeskundige bezwaar en beroep heeft opnieuw onderzoek verricht en heeft uiteengezet dat de eerder geduide functies nog steeds passend zijn en dat eiseres nog steeds 83,02% van het loon kan verdienen dat zij verdiende voordat zij ziek werd. Verweerder heeft vervolgens het bestreden besluit genomen.




Het beroep van eiseres

2. Eiseres voert in beroep aan wat in bezwaar is aangevoerd, als herhaald en ingelast te beschouwen. Verweerder heeft ten onrechte niet aangegeven wat de herstelverwachting is van eiseres, omdat zij momenteel geen belastbaarheid heeft. Eiseres voert verder aan dat zij meer beperkt is dan verweerder heeft vastgesteld, mede vanwege haar whiplashklachten. De verzekeringsarts heeft alleen medisch subjectief geschat wat de belastbaarheid van eiseres is. Deze belastbaarheid is te optimistisch ingeschat. Er zijn ten onrechte geen beperkingen aangenomen voor de duimen en eenmalige kracht is geen duurvermogen.
Eiseres betoogt verder dat bij eiseres sprake is van chronische spontaan optredende netelroos. De verzekeringsarts heeft de ziekteactiviteit en daarmee ook de kwaliteit van leven niet in kaart gebracht. Hiermee is de ziektelast van eiseres niet meegenomen. Indien de huid in aanraking komt met strakke werkkleding leidt dit tot hinder en invloed op het werk. Bovendien zijn temperatuurschommelingen niet bevorderlijk voor netelroos. Een aanval van netelroos kan enkele uren duren en er is een risico dat de reactie zich kan uitbreiden naar andere orgaansystemen.
Eiseres betoogt dat ten onrechte geen urenbeperking is vastgesteld. De voorwaarden uit de Standaard duurbelastbaarheid in arbeid gelden als handvatten die de verzekeringsarts kan gebruiken bij de beoordeling van de duurbelastbaarheid. De duurbelastbaarheid heeft de verzekeringsarts niet onderzocht.



De wet

3. Op grond van artikel 19aa, eerste lid, van de ZW, voor zover hier van belang, heeft de verzekerde die geen werkgever heeft, nadat na de eerste dag van de ongeschiktheid tot werken een tijdvak van 52 weken van ongeschiktheid tot werken is verstreken, recht op ziekengeld indien de verzekerde (a) ongeschikt is tot het verrichten van zijn arbeid en (b) wegens een rechtstreeks en objectief medisch vast te stellen gevolg van ziekte of gebrek slechts in staat is met arbeid ten hoogste 65% te verdienen van het maatmaninkomen per uur. Op grond van het tweede lid van dit artikel heeft de verzekerde, indien hij in staat is om meer dan 65% van het maatmaninkomen per uur te verdienen, recht op ziekengeld tot een maand na de dag waarop hij hiertoe in staat is geacht.

In het Schattingsbesluit arbeidsongeschiktheidswetten (Schattingsbesluit) zijn regels gesteld voor de beoordeling van het percentage van het maatmaninkomen dat de verzekerde kan verdienen.



Beoordeling door de rechtbank


4.1.
De rechtbank beoordeelt in deze zaak of verweerder terecht heeft vastgesteld dat eiseres geen recht meer heeft op een ZW-uitkering vanaf 12 maart 2021 (de datum in geding). Voor zover eiseres in de beroepsgronden heeft verwezen naar de gronden in bezwaar, gaat de rechtbank daaraan voorbij. Verweerder is immers in het bestreden besluit op die gronden gemotiveerd ingegaan. Eiseres heeft met een enkele verwijzing naar haar bezwaren niet onderbouwd waarom die weerlegging onjuist of onvolledig zou zijn.



4.2.
Het onderzoek door de verzekeringsarts heeft bestaan uit dossieronderzoek, een anamnese, wat in bezwaar en op de hoorzitting is aangevoerd als ook op informatie van behandelend artsen en de huisarts van eiseres. Het onderzoek is daarmee zorgvuldig verricht. Het betoog van eiseres, dat de verzekeringsarts bezwaar en beroep de belastbaarheid van eiseres subjectief heeft ingeschat, kan niet slagen omdat eiseres niet nader heeft onderbouwd waarom daarvan sprake zou zijn.



4.3.
De grond dat verweerder de herstelverwachting moest meenemen in de beoordeling slaagt niet. In de rapportage van 25 oktober 2021 heeft de verzekeringsarts duidelijk uiteengezet dat bij een eerstejaars ziektewetbeoordeling wordt beoordeeld of iemand zijn of haar eigen arbeid kan verrichten, en zo niet, of diegene passende functies kan verrichten waarmee meer dan 65% van het loon kan worden verdiend voordat diegene ziek werd. Het is hierbij niet relevant of de gezondheid van de betrokkene zal verbeteren, omdat dit geen invloed heeft op de belastbaarheid volgens de FML.



4.4.
Over de grond dat eiseres meer beperkt is dan verweerder heeft vastgesteld, overweegt de rechtbank het volgende. De verzekeringsarts bezwaar en beroep heeft inzichtelijk toegelicht dat het werk zo spoedig mogelijk moet worden hervat en niet al te snel beperkingen moeten worden vastgesteld, gelet op de “Richtlijn diagnostiek en behandeling van mensen met Whiplash Associated Disorder I/II”, omdat er bij whiplashklachten geen organische beschadigingen zijn. De verzekeringsarts bezwaar en beroep heeft uitvoerig uiteengezet dat hiermee slechts lichte beperkingen kunnen worden vastgesteld in de FML.
Over de beperkingen aan de duim heeft de verzekeringsarts bezwaar en beroep duidelijk uiteengezet dat fysiek onderzoek is verricht en dat, net zoals de plastisch chirurg concludeerde, minder goed kan worden gebogen. De primaire arts heeft bij het lichamelijk onderzoek echter geen afwijkingen kunnen vaststellen voor handgrepen, knijpkracht of krachten in de duim.
Voor wat betreft de netelroosklachten (urticaria) heeft de verzekeringsarts bezwaar en beroep inzichtelijk gemotiveerd dat geen extra beperkingen kunnen worden vastgesteld op basis van het medisch dossier. Druk op de huid, warmte en koude kunnen een trigger zijn bij fysieke netelroos. Bij eiseres is echter sprake van spontane netelroos waarbij geen verband is tussen druk op de huid, warmte of koude en de netelroos. De stelling dat werkkleding leidt tot hinder kan daarmee ook niet slagen, omdat druk op de huid niet per definitie leidt tot spontane netelroos.



4.5.
De grond dat een urenbeperking moet worden aangenomen slaagt niet. De verzekeringsarts bezwaar en beroep heeft inzichtelijk gemotiveerd dat bij eiseres geen sprake is van een stoornis in de energiehuishouding (door bijvoorbeeld een verstoorde hart- en/of longfunctie), er is geen sprake van een verminderde beschikbaarheid vanwege (dag)behandelingen en er is geen noodzaak om een preventieve urenbeperking (door bijvoorbeeld een psychose) aan te nemen. Hiermee is niet voldaan aan de voorwaarden die gelden voor het kunnen vaststellen van een urenbeperking.



4.6.
De grond dat moet worden beoordeeld wat de duurbelastbaarheid van eiseres is slaagt niet. Eiseres heeft niet nader onderbouwd op welke punten de duurbelastbaarheid van eiseres wordt overschreden en heeft ook geen medische stukken ingediend waaruit zou blijken dat de duurbelastbaarheid van eiseres wordt overschreden.




Conclusie en gevolgen

5. Gelet op wat hiervoor is besproken is de rechtbank van oordeel dat verweerder juist heeft vastgesteld wat de mogelijkheden en beperkingen van eiseres zijn. Met haar mogelijkheden en beperkingen kan eiseres meer dan 65% verdienen van het loon dat zij verdiende voordat zij ziek werd. Verweerder heeft terecht bepaald dat eiseres geen recht meer heeft op een ZW-uitkering vanaf 12 maart 2021.

6. Het beroep is ongegrond en het bestreden besluit blijft daarmee in stand.

7. Er is geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten.




Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.



Deze uitspraak is gedaan door mr. V. van Dorst, rechter, in aanwezigheid van mr. H. Sabanovic, griffier. De uitspraak is uitgesproken in het openbaar op 19 augustus 2022.



De rechter is verhinderd te tekenen




griffier rechter


Een afschrift van deze uitspraak is verzonden aan partijen op:




Informatie over hoger beroep
Een partij die het niet eens is met deze uitspraak, kan een hogerberoepschrift sturen naar de Centrale Raad van Beroep waarin wordt uitgelegd waarom deze partij het niet eens is met deze uitspraak. Het hogerberoepschrift moet worden ingediend binnen zes weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. Kan de indiener de behandeling van het hoger beroep niet afwachten, omdat de zaak spoed heeft, dan kan de indiener de voorzieningenrechter van de Centrale Raad van Beroep vragen om een voorlopige voorziening (een tijdelijke maatregel) te treffen.
Link naar deze uitspraak