Inloggen 
 

 Registreren
 Wachtwoord vergeten?


Terug naar het beginscherm

 
 
 
Neem contact op met de Agro-advieslijn:
(0548) 54 00 54 (G.J. Steunenberg)
ECLI:NL:OGEAA:2018:80 
 
Datum uitspraak:31-01-2018
Datum gepubliceerd:20-02-2018
Instantie:Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Zaaknummers:
Rechtsgebied:Civiel recht
Indicatie:Civiel, verdeling gemeenschap, pretense overeenkomst van geldlening.
Trefwoorden:echtscheiding
erfenis
perceel
schenking
studiefinanciering
 
Uitspraak
Vonnis van 31 januari 2018
Behorend bij A.R. 391 van 2017/AUA201700424


GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA


VONNIS

in de zaak van:

Eiser

wonende te Aruba,
eiser, hierna ook te noemen: de man,
gemachtigde: de advocaat mr. J.M.R.F. Scheper,

tegen:


Gedaagde,
wonende te Aruba,
gedaagde, hierna ook te noemen: de vrouw,
gemachtigde: de advocaat mr. N.S. Gravenstijn.





1DE PROCEDURE

Het verloop van de procedure blijkt uit:

- het verzoekschrift;
- de conclusie van antwoord in conventie, tevens van eis in reconventie;
- de conclusie van antwoord in reconventie;
- de brief d.d. 22 november 2017 met producties aan de zijde van de vrouw;
- de aantekeningen van de griffier ter gelegenheid van de comparitie na antwoord op 27 november 2017.

De zaak is daarna verwezen naar de rol voor vonnis.




2DE VASTSTAANDE FEITEN


2.1
Partijen waren in gemeenschap van goederen gehuwd.
Op 25 april 2016 is de echtscheiding uitgesproken, die op 6 juni 2016 is ingeschreven in de registers van de burgerlijke stand.



2.2
De verdeling van de huwelijkse goederengemeenschap heeft nog niet plaats gevonden.





3DE STANDPUNTEN VAN PARTIJEN


3.1
De man vordert bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad, de verdeling vast te stellen zoals verwoord in het inleidende verzoekschrift en hem te dan wel een onzijdig persoon te machtigen indien de vrouw weigert aan dit vonnis te voldoen, met veroordeling van de vrouw in de kosten van de procedure.



3.3
De vrouw hiertegen verweer, dat bij de beoordeling aan de orde komt.



3.4
De vrouw vordert in reconventie eveneens de verdeling, zoals door haar verwoord in de conclusie van antwoord tevens eis in reconventie, met veroordeling van de man in de kosten van de procedure.



3.5
De man voert tegen de vordering in reconventie verweer, dat zo nodig bij de beoordeling aan de orde komt.





4DE BEOORDELING


In conventie en reconventie



4.1
Om een huwelijkse goederen gemeenschap te kunnen verdelen, dient eerst de omvang op de peildatum alsmede de waarde van de te verdelen goederen worden vastgesteld. De peildatum is de dag van de inschrijving van de beschikking te weten 6 juni 2016. De waarde van de goederengemeenschap wordt bepaald op de dag van de verdeling, derhalve rondom de datum waarop dit vonnis wordt gewezen. Dit is slechts anders indien partijen andere afspraken hebben gemaakt dan wel een ander tijdstip redelijk en billijk is. Dit is gesteld noch gebleken, zodat de peildatum voor de omvang van de gemeenschap 6 juni 2016 is.



4.2
Tijdens de comparitie na antwoord hebben partijen ten aanzien van een aantal onderdelen van de huwelijkse goederen gemeenschap overeenstemming bereikt, dan wel hebben zij hun vordering ingetrokken. Deze posten worden hieronder als eerste beschreven. De post waarover partijen géén overeenstemming hebben bereikt, wordt in r.o. 4.4 tot en met 4.7 van dit vonnis beoordeeld.



4.3
Partijen hebben overeenstemming over:


Activa



a.
De waarde van het recht van erfpacht op het perceel grond kadastraal bekend als Land Aruba, Eerste Afdeling Sectie x nrs. xxxx en xxxx, groot xxxm2 respectievelijk xxx m2, met daarop de echtelijke woning, plaatselijk bekend als [adres a], ten name van de man wordt vastgesteld op Afl. 610.000,00.
Hierop wordt in mindering gebracht het restant van de hypothecaire lening ad Afl. 222.000,00. De overwaarde bedraagt aldus Afl. 388.000,00.
De woning wordt aan de man toebedeeld en de vrouw heeft recht op een bedrag ad Afl. 189.000,00 wegens overbedeling van de man.


b.
De inboedel van de echtelijke woning wordt toebedeeld aan de man voor een bedrag ad Afl. 50.000,00. De vrouw heeft recht op een bedrag ad Afl. 25.000,00 wegens overbedeling van de man.


c.
Een motorvoertuig van het merk KIA, model Optima, bouwjaar 2011 met kenteken A-xxxxx wordt toebedeeld aan de man tegen een waarde van Afl. 15.000,00. De vrouw heeft recht op Afl. 7.500,00 wegens overbedeling van de man. Tijdens de comparitie na antwoord heeft mr. Scheper toegezegd het op deze auto gelegde beslag per direct op te heffen.


d.
Een motorvoertuig van het merk BMW, bouwjaar 2012, kenteken A-xxxxx wordt toebedeeld aan de vrouw tegen een waarde van Afl. 25.000,00. De man heeft recht op een bedrag ad Afl. 12.500,00 wegens overbedeling van de vrouw.


e.
De man heeft ter gelegenheid van de comparitie na antwoord zijn vorderingen zoals verwoord in sub e) en f) op pagina 2 van het verzoekschrift ingetrokken. De aandelen in Moneta Finance B.V. worden toebedeeld aan de vrouw.


f.
Pensioenverdeling vindt plaats conform de wet.


g.
Eventuele aanslagen en teruggaven die betrekking hebben op de periode vóór 6 juni 2016 vallen in de gemeenschap en zullen door partijen gelijkelijk verdeeld worden.


h.
De saldi op de bankrekeningen bij Arubabank ten name van de man, op of omstreeks de peildatum 6 juni 2016, worden bij helft verdeeld. De man dient deze afschriften in het geding te brengen.


i.
De man draagt er zorg voor dat hij niet langer gemachtigd is tot de spaarrekeningen bij RBC van de twee kinderen van partijen en dat aan beide rekeningen de zogenaamde BEM-clausule wordt verbonden. De afkorting BEM staat voor Belegging Erfenis en andere gelden Minderjarigen. Met een BEM-clausule wordt voorkomen dat een ander, bijvoorbeeld een ouder, het geld van het kind kan opnemen.


j.
De vrouw doet afstand van een schenking van de grootmoeder aan de man van Afl. 50.000,00.






Passiva



k.
De hypothecaire geldlening wordt aan de man toebedeeld.


l.
Een schuld op grond van een creditcard ten name van de man ad USD 5.121,15 wordt aan de man toebedeeld. De man heeft wegens onderbedeling recht een bedrag ad USD 2.560,58 van de vrouw.


m.
De schulden van de man en de vrouw aan DUO ter zake van door hen ontvangen studiefinanciering worden op basis van de stand per 1 januari 2018 gelijkelijk tussen hen verdeeld, waarbij elke partij zijn of haar eigen schuld krijgt toebedeeld.


n.
Een schuld ad € 10.105,20 aan APFA wordt zonder verrekening aan de man toebedeeld.



de spaarrekening bij CMB ten name van de vrouw




4.4
De enige post die partijen verdeeld houdt is een spaarrekening bij CMB ten name van de vrouw met rekeningnummer # xxxxxxxx. Blijkens opgave van CMB stond op 27 januari 2015 op deze rekening een positief saldo van Afl. 421.588,85. De vrouw stelt dat het saldo van deze rekening tot stand is gekomen door de verkoopopbrengst van [adres b] ad Afl. 296.253,08 op 5 april 2014 en een lening ad Afl. 210.000,00 van de vader van de vrouw ten behoeve van Moneta Finance. In november 2015 gaan partijen uit elkaar en op 20 november 2015 bedraagt het saldo op deze rekening Afl. 347.170.60. Ten tijde van het door de man gelegde martiaal beslag op 17 februari 2016 bedroeg het saldo nog Afl. 83.085.52. Aldus is in de periode van 20 november 2015 tot 17 februari 2016 een bedrag van Afl. 264.085,08 onttrokken aan deze rekening. De man is van mening dat de vrouw onrechtmatig gelden heeft onttrokken aan de huwelijkse goederengemeenschap en is van mening dat zij deze dient terug te betalen. Hiertoe wordt als volgt overwogen.



4.5
Op 7 december 2015 wordt een bedrag ad Afl. 67.170,00 en op 12 december 2015 een bedrag ad Afl. 142.833,00 aan de vader van de vrouw overgemaakt. In totaal maakt de vrouw Afl. 210.003,00 aan haar vader over. De vrouw stelt dat haar vader dit bedrag aan haar heeft geleend in verband met de oprichting van Moneta Finance N.V. Ter onderbouwing hiervan heeft de vrouw als productie 8 bij conclusie van antwoord in conventie/eis in reconventie, een overeenkomst van geldlening overgelegd, opgemaakt tussen [naam X] (haar vader) en de vrouw en gedateerd op 2 oktober 2012. Hierin is te lezen dat de vader van de vrouw Afl. 210.000,00 op haar rekening stort ten behoeve van de ‘business’. Deze lening dient in termijnen te worden terugbetaald zodra het bedrijf ‘break even’ is, doch uiterlijk binnen 5 jaar na de ondertekening van deze overeenkomst. Moneta Finance N.V. wordt uiteindelijk pas opgericht op 13 oktober 2015. Uit de brief van 5 september 2017 van [naam Y] (mede aandeelhouder in Moneta Finance N.V.) (productie 9 bij conclusie van antwoord in conventie/eis in reconventie), volgt dat de aandeelhouders van Moneta Finance N.V. hebben afgezien van het exploiteren van dit financieringsbedrijf, in verband met de eisen van de CBA.



4.6
Uit de verklaring van [naam Z] (RA) bij de openingsbalans van Moneta Finance N.V. (productie 12 bij verzoekschrift) volgt echter dat de vrouw géén persoonlijke leningen heeft en dat het kapitaal dat zij inzet ten behoeve van Moneta Finance N.V. niet belast of bezwaard is. Dit zegt op zich zelf niks, omdat een onderhandse lening slechts bekend hoeft te zijn bij contractpartijen. Uit de bijlage van de brief van de CBA d.d.19 december 2013 (productie 13 bij verzoekschrift) volgt voorts dat het kapitaal van de vrouw bestaat uit een bedrag van Afl. 200.058,08 op haar CMB-rekening en een onroerend goed te [adres b]. Op deze bijlage is handgeschreven onder het saldo op de CMB-rekening ‘gift moeder van de vrouw’. Onduidelijk is evenwel van wie deze handgeschreven notitie is. Ook verwijst de man naar een afschrift van de Arubabank d.d. 29 juni 2017, overgelegd als productie 10 bij het verzoekschrift, waaruit volgt dat op 10-10-2012 een bedrag van Afl. 210.000,00 is overgemaakt door [naam W] (de moeder van de vrouw) op de bankrekening xxxxxx t.n.v. [eiser] , met omschrijving ‘GIFT’.



4.7
Opmerkelijk is dat uit de pretense overeenkomst van geldlening volgt dat de vader een bedrag van Afl. 210.000,00 door de vader is overgeboekt naar de rekening van de vrouw (welke rekening dan?), terwijl in werkelijkheid dit bedrag door de moeder is overgemaakt op de rekening van de man (waarom op de rekening van de man?). Het gerecht wenst opheldering op dit punt. Ook wenst het gerecht door de vrouw voorgelicht te worden over de door haar gedane betalingen aan haar vader op 7 en 12 december 2015. Immers, op grond van de pretense overeenkomst diende de geldlening pas terug betaald te worden uiterlijk 5 jaar na ondertekening van de overeenkomst, derhalve op 2 oktober 2017. Voor de terugbetalingen op 5 en 12 december 2015 bestond dan ook in juridisch opzicht geen noodzaak. De zaak wordt dan ook naar de rol verwezen voor akte uitlating aan de zijde van de vrouw, ten aanzien van hetgeen is overwogen in r.o. 4.4 tot en met 4.7 van dit vonnis.



4.8
Iedere verdere beslissing wordt aangehouden.





5DE UITSPRAAK
De rechter in dit gerecht:


in conventie en reconventie



5.1
verwijst de zaak naar de rol van woensdag 28 februari 2018 voor akte uitlating als bedoeld in r.o. 4.4 tot en met 4.7 van dit vonnis aan de zijde van de vrouw;



5.2
bepaald dat de man aansluitend in de gelegenheid wordt gesteld om een contra-akte te nemen;



5.3
houdt iedere verdere beslissing aan.


Dit vonnis is gewezen door mr. Y.M. Vanwersch, rechter in dit gerecht, en werd uitgesproken ter openbare terechtzitting van woensdag 31 januari 2018 in aanwezigheid van de griffier.
Link naar deze uitspraak